Inhoudsopgave
Deel bericht
Tekst: Erik Hoogcarspel
Beeldend werk en Engelse reflecties: Greg Suffanti

Op de pagina’s 4 en 5 van de NRC van 5 april 2025 betoogden de econoom  Kees Cools en  de psychiater Jim van Os dat de huidige maatschappij veel mensen en in het bijzonder veel jongeren ziek maakt. De oorzaak hiervan is volgens hen de neoliberale economie, die teveel de nadruk legt op presteren en competitief zijn, en daarmee een belangrijk deel van het menselijk bestaan tekort doet. Omdat marktwerking als heilig wordt beschouwd, is met andere woorden de uitspraak van Thomas Hobbes (1588-1679) dat de natuurtoestand van de mens een toestand is van een oorlog van allen tegen allen (bellum omnium in omnes), werkelijkheid geworden. De tegenwerping dat we er gewoon maar aan moeten wennen omdat dit de nieuwe tijd is, de zogenaamde vooruitgang, slaat de plank mis. Het probleem is juist dat het onmogelijk is gebleken om eraan te wennen omdat alles in ons ertegen protesteert. Met deze werkelijkheid kunnen we kennelijk niet leven. Waarom niet?

1. De oorlog is overal

De oorlog van ieder tegen ieder wordt gevoerd omwille van geld. Wie geen geld wil, voert geen oorlog. Zelfs de paar politici die vandaag de dag nog aan land veroveren doen, hebben alleen de bodemschatten op het oog. Bodemschatten kun je verkopen, Bodemschatten maken het mogelijk om technologie te ontwikkelen en van technologie word je rijk. De oorlog doet ook aan marktwerking, ze bestaat niet alleen uit wat gedoe op een slagveld, zij is overal, ze is geglobaliseerd. We kunnen niet langer doen alsof ze ons niet aangaat. Vluchtelingen stromen naar ons land op zoek naar veiligheid. Xenofobe patriotten vechten hun eigen oorlogje tegen de komst van asielzoekerscentra. Een vliegvakantie naar Curaçao of Zuid-Afrika vindt men heel vanzelfsprekend, maar men wil die vreemdelingen niet in het eigen dorp hebben. “We hebben genoeg aan ons eigen” stond er op een spandoek. Welnu, laten we dan een gracht om het dorp bouwen en een muur, dan zien we hoe lang men dit volhoudt. We zijn met andere woorden deel van een wereld waarin alles met alles verbonden is. Dit is altijd al zo geweest, maar nu zijn die verbindingen veel korter geworden. De verhalen in de bijbel waar men op het platteland vaak nogal enthousiast over is, komen uit dezelfde streek als de vluchtelingen die men niet in het dorp wil hebben. Nu is het oorlog. Oorlog wordt de voortzetting van het alledaagse leven met andere middelen. In Israël kun je zelfs toeristische uitstapjes maken naar de bezette gebieden en via een groot internationaal boekingsbedrijf kun je een appartementje huren in gebieden die door kolonisten van de oorspronkelijke bewoners zijn geroofd.

De oorlog is overal — aquarel Greg Suffanti

“In ‘De oorlog is overal’, war is broadly defined, and thus Trump’s tariffs are included as economic warfare. Note that the US is surrounded by blackness, a reference also to America turning its back on its former allies. I represented various world currencies, and placed them over their appropriate countries, as well as in ’tears of blood’. In actuality, it’s the poor who will suffer most in economic warfare. Millions of the most vulnerable in Africa will face starvation and death with the abrupt departure of USAID, and the recent outbreak between nuclear armed Pakistan and India, highlights that every corner of the globe is involved in conflict of one kind or another.”

Op 11 september 2001 konden we even niet langer volhouden dat de oorlog onze zaak niet is. Twee passagiersvliegtuigen boorden zich in New York in de Twin Towers, met als gevolg bijna drie duizend doden. In de jaren daarna werd er druk oorlog gevoerd in het Midden-Oosten. De oorlog verplaatste zich naar ergens anders en we raakten weer gerustgesteld. De oorlog werd amusement. We volgden in 1990 de Golfoorlog op de televisie door het werk van verslaggevers als Peter Arnett, waarbij we tijdens de rapportage de raketinslagen op de achtergrond zagen plaatsvinden. Dit leidde de filosoof Jean Baudrillard tot het schrijven van het boek “De Golfoorlog heeft nooit plaatsgevonden”. Wat we op de televisie zagen was namelijk niet wat de mensen daadwerkelijk ter plekke  meemaakten. De oorlog die zich invoegde in het dagelijkse leven was een mediaspektakel zonder zweet en tranen. De media geven weliswaar beelden door van de oorlog, maar het publiek herkent er niets in. De media doen alsof, het publiek doet alsof en ondertussen kijkt men bezorgd uit het raam als er weer een bus met vluchtelingen langskomt.

De Irakoorlog kwam in 2003 de huiskamer binnen via de sociale media. Deze vond nog minder plaats. Dat wil zeggen dat ze nog meer in de verbeelding van de mensen plaats vond. Bij sommigen sloeg de verbeelding op hol, door het vrijdagmiddaggebed, zo erg dat ze naar het Midden-Oosten trokken om mee te vechten, maar toen ze daar aankwamen raakten ze meegesleurd door een stroom van gebeurtenissen die ze nooit hadden kunnen vermoeden.

In het voorjaar van 2022 vielen de Russische troepen Oekraïne binnen. Opeens was de oorlog weer dichtbij en zij woedt nog steeds voort. Wie er gaat winnen is nog onduidelijk. We kunnen niet langer ontkennen dat de oorlog ons aangaat. We betalen al mee aan de oorlog. Op straat hoor je regelmatig Oekraïens spreken. Er zijn nog steeds mensen die denken dat je met een muur om Nederland de oorlog tegenhoudt.

Oorlog ontstaat als er grenzen worden getrokken, muren opgebouwd en er geen gemeenschappelijke grond meer is. De oorlog is overal, het platteland is in oorlog met de stad, progressieven met conservatieven en de rijken met de armen. Deze oorlog is ook politiek. Het is oorlog omdat elkaar niet meer ontmoet op gemeenschappelijke grond. Ieder probeert vanuit zijn eigen omheinde grondgebied het land van de ander te veroveren. Vroeger was de politiek een spel met vaste regels. Het spel spelen was een kunst en wie het spel goed speelde dwong bewondering af. Nu willen de nieuwe politici hun tegenstanders de zee in drijven. Het gaat immers om het resultaat, want ze vertegenwoordigen een belangengroep en die moet bediend worden.

Oorlog is de tijd van onzekerheid en de voortzetting van de politiek met buitenparlementaire middelen, schreef Von Clausewitz in 1834 en dit is precies wat we nu zien gebeuren. Al jaren looft de Russische regering grote sommen geld uit aan iedere zwakzinnige die ergens in Europa op een marktplein een paar mensen doodsteekt of van de sokken rijdt. Russische kapiteins trekken met hun ankers regelmatig communicatiekabels van de zeebodem en het GPS-systeem wordt in grote delen van Europa doelbewust door Russische stoorzenders onbruikbaar gemaakt. De stoorzenders proberen zelfs burgerluchtvaartpiloten te verleiden om zich met al hun passagiers te pletter te vliegen. Ondertussen is door toedoen van godvruchtig stemvee in de Verenigde Staten een door hun god gezonden narcist aan de macht gekomen, die afspraken en samenwerking ondoelmatig vindt en liever gebruik maakt van chantage en tegenwerking. Zo zijn de Verenigde Staten in principe in oorlog met de rest van de wereld.

Oorlog gaat in wezen om macht en geld. Geld is het symbool van macht. Oorlog is niet langer een streven van een potentaat naar de uitbreiding van grondgebied zonder meer. Dit was het geval toen de economie nog berustte op landbouw of veeteelt en dus op grootgrondbezit. Nu gaat het om mineralen. Communistisch China heeft zijn grondgebied zo weten uit te breiden dat het een groot deel van de wereldwijd beschikbare zeldzame grondstoffen voor de computerindustrie in zijn bezit heeft. Dit betekent rijkdom en dus macht. Buiten China zoeken de grootmachten koortsachtig naar andere plaatsen waar deze delfstoffen aanwezig zouden kunnen zijn, om zo het monopolie te doorbreken. Als waterstof ooit de belangrijkste brandstof zou worden en zeezout als grondstof voor batterijen gebruikt zou kunnen worden, zouden de machtsverhoudingen compleet veranderen. Het zou me niet verbazen als dit soort vernieuwingen door de gevestigde machthebbers niet zouden worden gestimuleerd.

2. De volmaakte misdaad

Intussen heeft de technologie met behulp van die zeldzame metalen het dagelijkse leven gekoloniseerd. Overal zie je in de openbare ruimte mensen gebiologeerd naar hun mobieltje kijken, zodanig in beslag genomen door wat ze zien, dat ze vergeten dat ze bestaan. Als je over straat loopt, word je vaak opgeschrikt doordat er plotseling vlak achter je iemand begint te praten. Deze persoon heeft het dan niet tegen jou, maar tegen een onzichtbaar iemand ergens ver weg met wie hij of zij aan het bellen is. Het is duidelijk dat de beller volledig in zijn eigen wereldje is gekropen en zich niets aantrekt van wat er om hem heen gebeurt. Door het mobieltje bestaan we niet meer waar we zijn, we zijn voortdurend ergens anders, waar we niet zijn, hetzij in een spelletje, hetzij in een uitwisseling van berichten met anderen die ook niet zijn waar ze zijn, hetzij in een telefoongesprek met iemand die ergens anders ook over straat loopt en eveneens de echte wereld vergeten is. We leven met onze gedachten in de “cloud”, in de wolken, om te vergeten dat we tot onze enkels in de “shit” zitten.

Ik ben er eigenlijk niet - Aquarel Greg Suffanti

“I wanted to capture a now familiar scene; A group of people all transfixed by their phones…. Their minds all in another place then where they’re physically present. IK BEN ER EIGENLIJK NIET is my commentary on this all too familiar scene. I also had to chuckle with his description of people seemingly talking to themselves…. I remember when I first started noticing this and it struck me as bizarre, this walking and having a conversation as though no one else was there. Now, of course, it’s completely normal. So too, unfortunately, is that people have chosen diversion from reality as a way of life. In that sense, I’ve often thought about how we’re reinforcing our own feelings of isolation and division by constantly choosing to distract ourselves from….. Well, ultimately, ourselves.”

We zitten in een benarde positie, want door ons consumptiepatroon verandert het klimaat in een rap tempo en de vooruitzichten zijn niet erg aantrekkelijk. We kunnen er echter niets aan doen, we zijn machteloos. Natuurlijk kunnen we onze leefwijze aanpassen, maar daarmee kunnen we geen rampen afwenden. De anderen gaan immers gewoon op de oude voet door, deels omdat ze niets begrijpen van de voorspellingen, deels omdat ze deze niet willen begrijpen. Hierin worden ze gesteund door het systeem van de politieke economie. Niet alleen gaan de bedrijven gewoon door met de klimaatverandering op te drijven, door vervuilende en energieverspillende producten op de markt te brengen, maar politici verspreiden bewust ongeloof aan de wetenschappelijke metingen en voorspellingen omdat dit stemmen trekt.

Door een achterdeurtje is de marktwerking doorgedrongen tot in de politiek. Het gaat er voor een politicus namelijk niet meer om een visie te hebben en zijn best te doen om het land vooruit te helpen en problemen op te lossen. Het gaat erom stemmen te winnen en daarmee macht. Het is een oorlog tegen je politieke tegenstanders geworden, waarin alles is geoorloofd en geen middel ongebruikt wordt gelaten. Als je gewonnen hebt, kun je doen en laten wat je wilt, “the winner takes it all”. De media staan altijd aan jouw kant. Je komt in praatprogramma’s waarin je met respect wordt behandeld en niemand mag zeggen dat je dom of lelijk, of onbelangrijk bent. Dit zou de omroep immers kijkcijfers kosten. Mensen kijken liever naar programma’s die een vriendelijke en positieve indruk maken. De omroep wil kijkcijfers, want ze is in een oorlog, een concurrentiestrijd, gewikkeld met andere omroepen. Verder heb je als politicus natuurlijk een reclamebureau in dienst dat alles goedpraat waar eventueel kritiek op zou kunnen zijn. De politicus leeft dus in zijn eigen wereld waar hij de machtigste is, maar zijn macht is gebaseerd op illusie, op een doen alsof. Daarbij schept de politicus een afgesloten wereld voor zijn kiezers, een wereld waarin hij de beste is. Een goed voorbeeld is Donald Trump die zijn eigen mediakanalen heeft en duidelijk onzin en onwaarheid vertelt. In Nederland zien we Geert Wilders op soortgelijke wijze aperte leugens vertellen.

De oorlog van ieder tegen ieder is het model van de autocratie: iedereen die voor mijn voeten loopt, krijgt een schop! De politicus is in oorlog met zijn stemvee. Hij moet zorgen dat het in zijn kraal van illusie blijft en niet wegloopt. Problemen en ellende lost hij daarom niet meer op, want ze trekken stemmen. Het enige dat een politicus hoeft te doen is zijn tegenstanders de schuld van alle problemen geven en zorgen dat veel mensen hem geloven. Dit is de standaardwerkwijze van alle nieuwe machthebbers en bijna iedereen trapt erin, ook de meeste media. Elke vorm van kritiek zou immers kunnen worden opgevat als partijdigheid? Dit is de reden dat extreemrechtse groeperingen er steevast over klagen dat de “linkse elite” de media in zijn macht heeft. Dit niet omdat de media linkse standpunten de ruimte geeft, maar domweg om te zorgen dat ze het wel uit hun hoofd zullen laten.

Dit soort beschuldigingen van “linkse elite” kun je straffeloos verkondigen. Degene die de schuld krijgt en zich moet verdedigen heeft namelijk altijd een achterstand. Hij of zij is gedwongen zich te verdedigen en dat is verdacht. Er is geen koe bont of er zit wel een vlekje aan! Degene die zich verdedigt is dus vanaf het begin al verdacht. Degene die beschuldigt treft geen blaam. Hij of zij is immers smetteloos en wie zou iemand verdenken die opkomt voor het volk dat altijd de dupe is!

De filosoof Jean Baudrillard (1929-2007) noemt dit een volmaakte misdaad. Het is een misdaad die zichzelf als misdaad opheft. Je sluit mensen op in een wereld van bedrog, een bubbel, en zorgt dat ze er niet uit kunnen. De illusie wordt werkelijkheid en de werkelijkheid illusie. Men verruilt Tiktok voor het journaal, alles is mening geworden. Zolang je dit lukt, en het is mogelijk zoals verschillende dictators laten zien, ben je de grote held. Je moet dan wel de media in je macht hebben en elk tegengeluid onderdrukken. Je moet ook alle tegengeluiden uit het buitenland tegenhouden. Het opsluiten kan niet alleen door woorden, het moet ook fysiek gebeuren. Tegenstanders en kritische journalisten moeten worden gedood. De taal moet worden gezuiverd. De schrijver George Orwell heeft dit treffend beschreven in zijn boek “1984”.

3. De macht van de illusie is de illusie van macht

We zijn inmiddels zo aan de oorlog van ieder tegen ieder gewend geraakt dat we het vanzelfsprekend zijn gaan vinden en dat breekt veel mensen op, zeker jongeren. Sympathie voor de medemens wordt nu afgeschilderd als een slechte eigenschap, een eigenschap die een mens zwak maakt. Het is links, dus onrealistisch. Sympathie voelen is per definitie schijnheilig, want ieder mens wil toch alleen maar profiteren van de ondergang van zijn medemens.

Net zoals Israël zijn leger afschildert als het meest morele leger van de wereld, heeft het christendom zichzelf geadverteerd als de kampioen van het mededogen. Dit is zo ongeloofwaardig geworden dat mededogen zelf als een sprookje wordt beschouwd. Als zelfs de christenen niet in staat zijn tot enig mededogen, en de geschiedenis toont dit onweerlegbaar aan, dan zullen de heidenen er wel helemaal niets van terecht brengen, zo denkt men. Hegel (1770-1831) schreef bijvoorbeeld in zijn commentaar op de eerste Duitse vertaling van de Bhagavadgita dat de Indiase mens niet in staat is tot de ware christelijke mensenliefde.

De macht van de illusie is de illusie van de macht - Aquarel Greg Suffanti

“In ‘De macht van de illusie is de illusie van macht’ a half man half horse figure stands under a wheel with a pointer to be spun around. Can we choose who we are, or is it instinctive? Can we choose what qualities we develop, while rejecting others…. Like empathy?How much of being a human is still being an animal? Most of the topics listed are included in Eric’s article…. And indeed, suddenly compassion and empathy are words with a negative association. How does that development impact society? Does a lack of compassion have historical parallels, ie. in the 1930’s leading up to WWII? Note the pyramid shape in the background…. As Eric suggests, this is our societal structure, with very little room at the top…. Ie. The billionaire class ruling with increasing power at the expense of all others.”

De mens is dus van nature een egoïstisch individu. Hij is immers een dier en ieder dier is door de natuur geprogrammeerd op zelfhandhaving. Als reden wordt dan aangegeven dat als er al een dier zou zijn geweest dat anders geprogrammeerd was, het dan allang door de evolutie zou zijn uitgestorven. Dat dit biologisch gezien onzin is, ontgaat de meesten. Ten eerste is het niet nodig dat we het gedrag waar we van nature toe zijn geneigd onbelemmerd botvieren. In de natuur maken mensen geen gebruik van wc-papier en gaan ze ook niet naar de kapper. Wij doen dit wel en met goede redenen. Verder kan het gedrag van dieren niet alleen worden verklaard uit zelfhandhaving. Ja, maar er is ook een instinct dat streeft naar handhaving van de soort of de groep, zeggen de biologen dan in koor. Als je echter geen gevoel van een zelf hebt, heb je er ook geen idee van wie of wat tot je groep of soort behoort. Wie dieren goed observeert, kan trouwens vaststellen dat ze wel zeker een neiging hebben tot een soort spontane vriendschap.

Een zelf is trouwens niet aangeboren, maar aangeleerd. Als je leert lopen, wordt er niet een apart loopego geboren. Als je opgroeit en leert spreken en functioneren in een gezin en in andere groepsverbanden ontstaat er ook geen apart ikje dat de dienst uit gaat maken. Je leert gewoon een heel stel gewoontes aan en als kind ben je daar goed in. Deze gewoontes integreren zich in de praktijk tot een min of meer coherente structuur die voortdurend verandert en steeds moet worden bijgesteld. De duidelijkste verschijning ervan vindt plaats op de middelbare school. De leerlingen, die zelf nog op zoek zijn naar hun eigen persoonlijkheid, zien met verwondering de min of meer onveranderlijke gedragspatronen van de docenten. Omdat ze zelf niet deelnemen aan de wereld van de volwassenen en dus de details en zorgen ervan niet begrijpen, lijkt het voor hen alsof ze naar een tekenfilm zitten te kijken. De leraar is een wandelende spotprent. Dit is niet alleen een hinderlijk vervreemdingsproces. Het geeft de leerling ook een beetje lucht, een beetje ruimte om zijn eigen weg te zoeken naast alle eisen die aan hem of haar worden gesteld. Er is daarnaast ook het leerproces dat inspireert en voldoening geeft en dat voortkomt uit het verhaal dat de docent vertelt als hij of zij even zijn spotprent overstijgt.

Een goede inborst door goede gewoonten?

Er is dus niemand die voorbestemd is om slim of dom, gemeen of aardig, of sterk of zwak te gaan worden. Je leert gewoon gewoontes aan en sommige gewoontes zijn erop gericht te krijgen waar de wil zich aan hecht. De grenzen en de mate van de ontwikkeling van de persoon worden bepaald door het lichaam en de ervaringen die een mens opdoet. Christenen hebben het wel over een ziel, maar dit is een metafoor voor de onmogelijke combinatie van het zelfbeeld en het imago, het beeld dat je denkt dat anderen van je hebben. De ziel komt van God, dit wil zeggen dat je je zelfbeeld krijgt door de cultuur aan te leren waar je deel van uitmaakt. God is niets anders dan het symbool van de eenheid van de symbolische inrichting van de wereld, je cultuur. Het probleem van de religies uit het Midden-Oosten is alleen dat ze die God hebben vastgelegd in hun eigen heilige boek, zodat er niets meer kan veranderen en God per definitie een chagrijnige jaloerse oude zeur is.

Ieder individu krijgt in de oorlog van ieder tegen ieder de opdracht om sterk te worden en de tekenen van zijn of haar kracht bestaan uit niets anders dan zijn of haar bankrekening. Een bankrekening is een illusie die op stilzwijgende afspraken is gebaseerd. Het duidelijkste voorbeeld is de cryptomunt. Een cryptomunt is een wiskundige formule die ingebed is in een structuur van wiskundige relaties. Op zich genomen is hij dus niets waard. De enige basis van zijn waarde is zijn schaarsheid en die wordt veroorzaakt door het feit dat onze computers te traag zijn en teveel stroom nodig hebben om zo veel cryptomunten uit te rekenen als iedereen wel zou willen. Geld is tijd en alleen geld maakt gelukkig. Greed is good! Hoe harder je je best doet om geld op te strijken, hoe meer geld je bemachtigt en dus hoe gelukkiger je wordt. Het individu wordt niet alleen veroordeeld tot een strijd om zijn eigen bestaan, hij of zij moet zelfs winnen en dit is helaas alleen voor een enkeling weggelegd. De rangorde van de samenleving is een piramide, er is boven maar plaats voor weinigen. Daarom is het ook zo eenzaam aan de top.

Natuurlijk zijn er ook tegengeluiden. De kerkelijken benadrukken het belang van de gemeenschap en dat je daarvoor toch wel minstens een keer in de week naar de kerk moet gaan. De ouderen op het platteland hebben het over de saamhorigheid van het dorp, een saamhorigheid die nog bestond in de tijd dat iedereen die er woonde er ook geboren was. Het was een saamhorigheid die afgedwongen werd door oude besjes die de hele dag achter hun gordijntjes de straat in de gaten hielden. Dit was voor de tijd dat er allerhande nieuwe stadse rijken in het dorp waren komen wonen, die er eigenlijk niets te zoeken hadden maar die er alleen kwamen wonen vanwege het uitzicht. Ten slotte had je natuurlijk nog dat handjevol in het zwart geklede jongeren die gewoon tegen alles waren, maar dat lag aan de puberteit.

Nee, een verstandig mens maakt zijn opleiding af en gaat dan geld verdienen. De opdracht aan de volgende generatie is steevast om rijker te worden dan de vorige. Dit is de eenvoudigste definitie van carrière maken. De slimmeriken beginnen een handeltje in cryptomunten of in goedkope rommel die ze voor een habbekrats bestellen bij een van de vele Chinese websites. Een paar keer per week gaat men rondje hardlopen in het park tegen de overspannenheid. En toch, tussen het opscheppen in de kroeg en de lange nachten hossend op techno muziek door klinkt er een zacht stemmetje dat zegt: “is dit alles wat er is?”. Dit stemmetje wordt steeds luider en dus worden er meer pillen geslikt en lijntjes gesnoven. Wie geluk heeft krijgt kinderen, want het gehuil van een baby overstemt het innerlijke stemmetje. Ouder en wijzer geworden zeg je uiteindelijk tegen jezelf “zo is het leven”. Je kunt eraan twijfelen, maar hoe moet het dan anders? Je kunt je het leven niet anders voorstellen en het komt omdat je erdoor wordt overspoeld. Net zo goed als een vis niet weet wat water is, heb je er geen enkele voorstelling van hoe het is om zo te leven.

We worden elke dag gehersenspoeld zonder het te merken. Overal is er reclame en reclame verkondigt het evangelie van het geloof dat consumptiemaatschappij heet. Het geloof dat het ware leven zich afspeelt tussen supermarkt en afvalbak. Het geloof in een verlossing die ooit zal plaatsvinden als je maar hoe genoeg consumeert, als je maar die geweldige reis maakt die al je begeerte en verlangens zal vervullen. En als je dan langs de vervallen hutjes loopt in dat verre oord met die prachtige stranden en palmen, dan denk je dat je tot de gelukkigen behoort. Je kunt immers alles kopen, jij bent rijk, jij hebt geld en die arme mensen hebben niets. Als je dan na een paar weken terug bent en je jouw buren de foto’s hebt laten zien, dan zakt dat gevoel van geluk en rijkdom al snel weer weg. Het is net als met die nieuwe sjaal of dat nieuwe mobieltje. Na een paar dagen valt het altijd tegen en na een paar weken is alleen de zorg voor het verlies of beschadiging overgebleven. Gelukkig is er dan de reclame die ons leert dat we toch nog niet het ultieme gelukkig makend exemplaar te pakken hadden. We gaan weer op zoek naar een nieuw model of een nieuwe reis.

4. De geschiedenis van het einde van de geschiedenis

Er is al veel geschreven en nagedacht over een oplossing voor deze problemen. De meest bekende is die van Karl Marx (1818-1883). Volgens hem is het probleem de ongelijke verdeling van inkomsten. Dit komt doordat je met geld meer geld kunt maken en dat het geld zich daardoor bij de rijken ophoopt. Hij reageerde hiermee op de bestaande opvatting van de economie die al was beschreven door Adam Smith (1723-1790) in zijn boek “The Wealth of Nations” (1776). Daarin zet hij uiteen dat marktwerking de economie laat groeien. Ondernemers zullen immers door hun onderlinge concurrentie gedwongen zijn om datgene te produceren waar vraag naar is en ook voor de beste prijs. Een ondernemer zal bovendien geld moeten investeren in zijn onderneming, waardoor deze groeit en er meer werkgelegenheid komt. Daardoor zullen de lonen stijgen en gaat iedereen erop vooruit. Voorwaarde is wel dat de staat een eerlijk speelveld handhaaft en monopolies en kartelvorming uitsluit. Dit is nog steeds de basis van de rechtse politiek. Marx bracht hier tegenin dat de theorie niet werkte omdat de arbeiders nog steeds in bittere armoede leefden. De oorzaak daarvan was en is dat de ondernemer de eigenaar is van de productiemiddelen, dat wil zeggen de fabriek en de machines. Er kwamen door de industriële revolutie steeds meer machines. De arbeider heeft de productiemiddelen nodig om geld te verdienen. De ondernemer kan daardoor de lonen laag houden, want er zijn arbeiders genoeg. Erger nog, hij kan de lonen zo laag maken dat het hele gezin moet werken of arbeiders dwingen bij het werk te overnachten en uit de bedrijfskantine te eten. Dit komt neer op een nieuwe vorm van slavernij en ze bestaat nog steeds in de zogenaamde lage lonen landen. De oplossing van Marx was om het privé eigendom van productiemiddelen op te heffen. Alle fabrieken en machines moesten gemeenschappelijk worden beheerd en de winst zou zo in onderling overleg eerlijk worden verdeeld. Hier komt de term “communisme” vandaan. Het betekent niet dat er weinig of geen persoonlijk eigendom meer bestaat, maar dat de productiemiddelen gemeenschappelijk eigendom zijn.

De geschiedenis van het einde van de geschiedenis - Aquarel Greg Suffanti

“’De geschiedenis van het einde van de geschiedenis’ shows two worlds: On the left is communism, and the company Foxcomm, mostly known for the grueling hours its workers spend assembling Apple iphones. The employees also live, eat and shop at Foxconn facilities. I’ve added a Fox University, Fox Med, Fox Shop and Foxy Apartments. Then I’ve played with the word ‘fox’…. At the bottom is the text: consumptiemaatschappij Foxy mamma and Oxy, a reference to America’s prescription pill crisis. What are people so desperate to escape from? Is it a hopelessly cruel system? I’m also referencing Fox news, which has  consistently ALL of the top rated ‘news’ shows on cable tv. There are a couple of Formula One sponsors, like YouTube, Mercedes and the angel from Redbull… With the text, ” Geeft je vleugels”. This is the capitalistic world on the right of the composition. Is either better? Are they both horrible? I leave this an open question????”

Het ligt voor de hand dat dit idee erg werd verwelkomd door de arme arbeidersklasse, maar ook door arbeiders in de gekolonialiseerde landen. Rusland was het eerste land waarin werd geprobeerd om de leer van Marx, neergeschreven in zijn boek “Das Kapital” (1867-1894), in de praktijk toe te passen. In het begin werkte het redelijk goed, maar al gauw bleek dat het gebrek aan concurrentie tot een levenloze bureaucratisering leidde. Bovendien had het nieuwe bewind in wat toen de Sovjet Unie werd genoemd weinig op met democratie. Lenin richtte een dictatuur van het wantrouwen in, waarbij een groot leger van geheime agenten de burgers in gaten hielden en elk verzet in de kiem werd gesmoord. Vele academici werden vermoord en zij die de dans ontsprongen weden naar Siberië verbannen. Hetzelfde gebeurde in China en Oost-Azië, alleen Thailand bleef deze ellende bespaard.

Na de val van de Berlijnse muur haalde het Westen opgelucht adem. Francis Fukuyama publiceerde zijn boek “Het einde van de Geschiedenis en de laatste mens” (1992) en beweerde daarin dat het communistische experiment definitief was mislukt en dat de wereld dankzij onbelemmerde marktwerking een toekomst van welvaart en vrijheid tegemoet zou gaan. De geschiedenis, volgens Marx gedreven door de ongelijkheid in de productieverhoudingen, zou volgens hem niet meer veranderen.

Dit bleek een grote vergissing te zijn. Niet alleen was de consumptiemaatschappij nog verre van een paradijs, maar er waren al donkere wolken aan de horizont verschenen. In 1968 was de Club van Rome opgericht. Het was een particuliere stichting die werd opgericht door Europese wetenschappers en ondernemers, die bezorgd waren over de toekomst van de wereld. In 1972 bracht deze club een rapport uit met de titel “Grenzen aan de groei”, waarin ze berekenden wat de gevolgen voor het klimaat zouden zijn van de toenemende groei van de wereldbevolking, de toenemende consumptie en de op handen zijnde technologische ontwikkelingen. Al gauw werd het rapport afgedaan als doemdenken en verklaarden optimisten dat de technologische ontwikkelingen ongetwijfeld zouden zorgen voor minder milieuvervuiling. Er was een belangrijke reden om het rapport van de Club van Rome zou gauw mogelijk onschadelijk te maken, want in het klassieke economische model van Adam Smith is groei noodzakelijk om te voorkomen dat de economie instort. Vandaar dat ook nu nog keer op keer wordt gewaarschuwd voor een recessie. Het afwijzen van het Rapport van Rome is echter een grote vergissing gebleken en het is nog mild vergeleken bij de huidige wetenschappelijke voorspellingen van wat ons te wachten staat.

De economisten van vandaag zijn echter de schaamte voorbij en ontkennen domweg dat ons klimaat schade ondervindt van de ongeremde economische groei. Dit hebben ze mogelijk gemaakt door wetenschap tot een politieke partij te verklaren en wetenschappelijke gegevens af te schilderen als producten van een kwaadaardig politiek complot dat wordt aangespannen door wereldvreemde idealisten. De situatie is nog verergerd door een radicale verandering van de rol van de ondernemer. In de klassieke economie maakten de ondernemers nog deel uit van de maatschappij en besteedden vaak een deel van hun winst aan liefdadigheid. Het nieuwe Amerikaanse aandeelhouderskapitalisme streeft echter naar ongeremde uitbuiting, zowel van de werknemers als van de klanten. Alles staat in dienst van het streven zo snel mogelijk zoveel mogelijk winst te maken. Het enige dat zij nog bijdragen aan de maatschappij is sponsoring van bekende sportmensen of clubs, om zo sympathie te winnen bij de consument. Zo is Red Bull een ongezond drankje dat gemaakt wordt door een bedrijf dat veel geld besteedt aan de sterk vervuilende Formule Een-autoraces. Dit is beslist geen liefdadigheid.

5. Gelukkig hebben we de teksten nog

Voor wie nog wel eens een boek leest zijn er herinneringen aan een tijd waarin men met zijn naasten sprak en tijd waarin iedereen nog in dezelfde wereld leefde en niet opgesloten was in zijn eigen bubbelscherm. Het was een tijd waarin men elkaar op straat ontmoette en zelfs soms overging tot filosofische discussies. Toegegeven, voor dat laatste moeten we boeken openslaan die meer dan 20 eeuwen geleden zijn geschreven, de tijd dat je op straat nog mensen tegenkwam ligt echter nog niet zo ver achter ons.

In die tijd dacht men samen na over het wel en wee van de samenleving en kwam tot hele andere conclusies dan nu gebruikelijk is. Er is een hele oude les, die voor het eerst in het Westen werd geformuleerd door de filosoof Epikouros (Ἐπίκουρος 341–270 BC, de Romeinen noemden hem Epicurus). Volgens Epikouros leven we gelukkig als we ons houden aan de vier universele geneesmiddel dat uit vier geneeskrachtige kruiden bestaat, het tetrapharmacon:

  1. Je hoeft niet bang te zijn voor de goden, want ze bemoei­en zich niet met het leven op aarde,
  2. de dood is geen bedreiging, want die is er pas als jij er niet meer bent en omgekeerd,
  3. het goede is gemakkelijk te krijgen als je tevreden bent met wat je hebt,
  4. het leed is gemakkelijk te verdragen als je het accepteert.

Waarom zou dit ons gelukkig maken? De analyse van Epikouros is eigenlijk heel gemakkelijk te begrijpen. Er zijn dingen waar je niet zonder kunt, zoals zuurstof of water of voedsel en er zijn dingen waar je wel zonder kunt, maar waar je niet zonder wilt zijn. Sommige van die dingen wil je van nature, zoals seks of lekker eten, maar andere dingen worden je aangepraat. Als je nu in gedachten aan de ene kant de dingen zet die je echt nodig hebt en aan de andere kant alle dingen die je worden aangepraat, zie je dat de eerste categorie vrij overzichtelijk is en niet eens zo moeilijk te verkrijgen. Aan de andere kant bevindt zich echter een oneindige verzameling, waar bovendien geen einde aan komt. Er is geen grens aan wat je allemaal als onontbeerlijk kan worden aangepraat. Deze onverzadigbaarheid is de motor van onze consumptiemaatschappij. De dingen die je worden aangepraat maken bovendien altijd iemand anders rijk, terwijl jij je arm voelt zolang je ze niet hebt.

Gelukkig hebben we de teksten nog - Aquarel Greg Suffanti

“’Gelukkig hebben we de teksten nog’ is one possible way the author offers as a way out of literally “tuning out” the messages we are constantly bombarded with. He mentions zuowang as a type of meditation, the Chinese symbol for which I’ve included in the background…. Along with a Buddha sitting amidst a diverse group of people. I filled in for one of the teachers in April at the Buddhist center where I’ve been studying and volunteering at for more than 25 years….. Three weeks of leading guided meditations showed me that there are still plenty of (young) people looking for a bit of peace and relaxation.”

Onze consumptiemaatschappij drijft met andere woorden op de productie of reproductie van overbodige dingen. Dit is tevens de oorzaak van het grootste probleem: de klimaatomslag. Aangezien ons geluk wordt verstoord door het verlangen naar deze overbodige dingen en dit verlangen ons wordt aangepraat, zou de eerste stap moeten zijn om elke situatie waarin ons iets wordt aangepraat te vermijden. De (sociale)  media doen echter hun uiterste best om dit te voorkomen. Epikouros adviseert ons dus om ons niets te laten aanpraten en te proberen tevreden te zijn het met bezit van wat we echt nodig hebben. Hij voorspelt dat we dan langzamerhand gemoedsrust zullen ontwikkelen en gelukkig worden.

Je zou het zelf ook kunnen proberen. Ga eens rustig zitten en laat al je wensen en verlangens los, laat je zelfbeeld los, vergeet je plannen, vergeet je zorgen. Laat alles zijn zoals het is, bemoei je er niet mee. In het daoïsme heet dit zùowàng, vergetend zitten. Het vraagt enige oefening, maar probeer het en kijk of je inderdaad iets van geluk kunt ervaren. Als dat zo is dan heb je eindelijk iets dat echt van jezelf is, iets dat van nature bij je hoort en dat je maakt tot wie je bent. Beter dan botox! Je kunt het ook met anderen samen doen, al was het maar vijf minuten. Om gelukkig te zijn hebben je namelijk ook nog vrienden nodig. Vriendschap was voor Epikouros erg belangrijk, want een mens kan niet in zijn eentje gelukkig zijn.

6. Vergeef jezelf

Er was een periode in mijn leven dat ik vrij vaak naar Turkije reisde. Daarvan zijn me verschillende herinneringen bijgebleven. Op een gegeven moment zaten mijn vrouw en ik samen in het park een broodje te eten. Een eindje verderop zat een gezin met veel animo nootjes op te puzzelen. Op een gegeven moment werd er op mijn schouder getikt, er stond een meisje van een jaar zes achter me dat ons glimlachend een schaaltje met nootjes aanbood. Toen naar opzij keken, zagen we de vader en de moeder van het gezin vrolijk naar ons zwaaiden.

Op een avond wandelden mijn vrouw en ik na het eten langs de Bosporus. We zagen een paar mannen beneden aan de rotsige oever mossels eten met brood en groenten. Blijkbaar hadden ze de mossels zelf gevangen en ter plekke gekookt. Ze keken naar ons op, zwaaiden en wij zwaaiden vrolijk terug. We liepen door en opeens zagen we een van de mannen naar ons toe rennen met een handje mosselen. We moesten die vooral proeven want ze waren erg lekker.

Dit soort momenten, en er waren er veel meer, gaven mij een ervaring van warmte en plezier van een soort dat ik nooit achter een scherm heb kunnen beleven. De voorvallen zijn slechts voorbeelden, maar ze bevatten een hele diepzinnige en wijze les. Deze les is de poort naar een nieuwe en gelukkige wereld.

Vergeef jezelf - Aquarel Greg Suffanti

“’ Vergeef jezelf ‘shows the author in a moment of happy contentment, looking at himself in the mirror. On the right is Istanbul, which provided the author with a loving dose of humanity through the sharing nature of its citizens. Personally, I think you can find truly happy and generous people virtually anywhere! It’s just sometimes easier to find these people when we’re also feeling open, curious and happy…. Like on a vacation.”

Hoe dan? Hier is het werk van Georges Bataille misschien interessant. Deze merkt op dat ons verlangen naar groei en steeds meer bezit eigenlijk een weglopen is voor het tegendeel. We worden met andere woorden door doodsangst gedreven, een angst die zich uit doordat we voortdurend bang zijn om iets kwijt te raken. Nu is deze strijd tegen de tijd kansloos. Het is onvermijdelijk dat we dingen verliezen, alles gaat kapot, verslijt of gaat verloren, ook wijzelf. Als dit niet gebeurt, komt dat wat overgebleven is in een museum terecht en dan functioneert het ook niet meer. In plaats van mee te gaan met het natuurlijke verloop van het bestaan, zijn we ermee in een voortdurende strijd gewikkeld, een strijd die we bovendien altijd verliezen en die zich voortzet in een strijd van ieder tegen ieder.

Omdat we een hekel hebben aan het verloren gaan van dingen, zien we dit als een groot kwaad. Bataille spreekt van “La Part maudite” het vervloekte deel van het leven. Dit vervloekte deel speelt echter een belangrijke rol. Bij alle sociale gebeurtenissen die ertoe doen, die te maken hebben met leven en dood, raken we iets kwijt en dit zelfs vrijwillig. Bij geboortes, huwelijken en begrafenissen brengen we altijd geschenken mee, geven we feesten en nodigen we mensen uit om samen de gebeurtenis te delen. De waarde van al die geschenken is uiteindelijk symbolisch. Als een kind een tekening geeft waar het echt zijn best op heeft gedaan, wordt dit erg gewaardeerd. Niets anders dan een geldbedrag overmaken wordt daarentegen gezien als een zeer povere bijdrage.

We zijn zo bezig met het verkrijgen van bezit, dat dit zelfs een last begint te worden. We treffen regelmatig op straat hopen afval aan van meubels die niet in de vuilcontainer passen en er dan maar naast worden gezet. Elektronica wordt daarom steeds kleiner, dan kan er altijd nog wel een apparaatje bij. Er zijn al horloges met de functies van een mobieltje en sommige mensen hebben ook meerder mobieltjes. Alles gaat echter kapot en moet opgeladen worden. De applicaties moeten ook voortdurend vernieuwd worden en alle diensten vragen om wachtwoorden. En dan wordt ook nog aangeraden om voor elke dienst een ander wachtwoord te verzinnen en te onthouden. Ons terminale bestaan, zoals Baudrillard dit noemt, ons bestaan als “terminal” van een internetdienst, is een heel gedoe dat voortdurend onze aandacht vraagt. Het is een onveilig bestaan, want we worden voortdurend belaagd door advertenties, hackers, bedelaars en oplichters. De motor van al dit gedoe is ons verlangen. Er wordt ons steeds een beloning voorgehouden en we raken daar zo opgewonden van, dat we de zorgen als vanzelfsprekend voor lief nemen. Totdat op een dag de onrust te groot wordt en opeens alle levenslust is verdwenen. Opgebrand! En dat terwijl we in een paradijs leven vergeleken met de meeste andere wereldbewoners.

Van graaien naar geven

Het vervloekte deel is onze enige redding. Het wordt tijd om het geven weer een erkende plaats te laten innemen in ons bestaan. Er zijn al hoopvolle initiatieven. Deze tekst is geschreven met programmatuur die mij gegeven is geworden. Het kantoorprogramma “Libre Office” is gratis en het doet niet onder voor de commerciële alternatieven. Om mijn dankbaarheid te tonen geef ik het bedrijf af en toe een klein geldbedrag. Hetzelfde geldt voor de meeste programma’s op mijn computer en mijn mobieltje.

Ooit speelde het geven een veel grotere rol omdat het verbonden is met eer en respect. Eer en respect worden echter toegeschreven aan de elite en elite is fout. Dit is, zoals Nietzsche schreef, een omkering van alle waarden. De arme boertjes hoorden de dominee voorlezen: “eerder gaat een kameel door het oog van de naald dan dat een rijke in de hemel komt” en ze dachten “zie je wel, de hoge heren zijn allemaal smeerlappen”. Dit is trouwens een verkeerde vertaling die eeuwenlang voor vanzelfsprekend is gehouden. Het woord dat vertaald is als “kameel” betekent ook “kamelentouw”. De achterliggende gedachte is in elk geval zo vanzelfsprekend geworden, dat niemand er meer bij nadenkt. Zo worden domme en luie mensen in de regering gekozen, omdat ze het tegengestelde van elite zijn. In plaats van door de meest vakkundige en slimme mensen worden veel landen nu geregeerd door een stel complete idioten.

Dat geven met respect en eer te maken heeft, is echter nog steeds verankerd in een wat onbestemd gevoel dat we niet kunnen ontkennen. In sommige samenlevingen is dit gevoel onderdeel van de vanzelfsprekendheden met betrekking tot aanzien en relaties. In China willen juist de minder aanzienlijken graag het etentje betalen, om zo aanzien te krijgen en eventueel later een beroep te kunnen doen op degene voor wie ze het eten hebben betaald. In oudere Amerikaanse films kom je regelmatig de uitdrukking tegen dat iemand van iemand anders iets tegoed heeft (“I owe him one”). Dit wil zeggen dat je hem een wederdienst verschuldigd bent. Als je een vriend een aanzienlijk geldbedrag leent, verandert de vriendschap. De gelijkwaardigheid is weg, want jij bent de gever en hij is de ontvanger die niets terug kan doen en machteloos is. Hij is de mindere geworden. In sommige samenlevingen wordt dit zelfs gebruikt als pressiemiddel. Als een arme boer zich in zo’n samenleving door een rijke grootgrondbezitter onrechtvaardig behandeld wordt, kan deze boer hem een groot geschenk geven om hem te dwingen een nog veel groter geschenk terug te geven of anders zijn respect in het dorp te verliezen.

Elke gift moet namelijk met een gelijkwaardige tegengift worden beantwoord, maar de waarde van de gift wordt bepaald door de waarde dit deze heeft voor de gever. De waarde van de gift van een kindertekening is de tijd, moeite en toewijding van het kind die de tekening heeft gemaakt. Deze waarde is groter dan die van een “tikkie” van €1000,- gegeven door iemand die meer dan €10.000 per maand verdient. De wetten van geven en ontvangen zijn met andere woorden diep ingegrift in de relatie met onze medemens. Als hij alleen wil ontvangen, niet in staat wil zijn om iets te geven, of iets bij te dragen, vernedert een mens zich tot een nietsnut, een parasiet en verliest hij elk gevoel voor eigenwaarde. Zo iemand wordt depressief en krijgt zelfs lichamelijke klachten. Dit zijn typisch de klachten die zo kenmerkend zijn voor onze tijd.

Hierbij komt nog dat de bereidheid om te geven gepaard gaat met een bereidheid om te delen. In de Verenigde Staten is het de droom van ieder om een eigen zwembad te bezitten. Dit kost een hoop ruimte en per saldo heeft dan ieder een eigen tobbe in de tuin van acht of tien meter lang, waar je bovendien nog veel geld aan onderhoud voor moet reserveren. In Europa hebben we het verschijnsel van een gemeentelijk zwembad. Dit is 25 of 50 meter lang en het wordt goed onderhouden. Er is vaak een kinderbadje bij, er is toezicht, er wordt zwemles gegeven en vaak is er ook een stoombad of sauna. Bovendien ontmoet je er mensen, het is er vaak gezellig.

In grote steden heeft men er in het begin de nadruk op gelegd dat de binnenstad gevuld moest worden met hoge gebouwen. Het is het ideaal van opgestapeld individualisme. Daarvoor moesten er grote verkeerswegen komen en het gevolg was dat je in alle wereldsteden nu op straat vergaat van de herrie en de stank. In de winter is het erg koud en in de zomers erg warm vanwege al het beton en glas en bovendien kosten de liften veel energie. Een ander probleem is dat hoogte de bebouwing niet dichter maakt, in Parijs wonen er meer mensen per vierkante kilometer dan in New York. Nu is ook nog gebleken dat deze hoge bebouwing op den duur niet is vol te houden. Niet alleen Jakarta en Delhi zakken langzaam weg, ook New York zinkt. De hedendaagse stedebouw, vooral in Europa, legt daarentegen de nadruk op middenhoogbouw en maakt ruimte voor openbaar vervoer. Dit ontlast de wegen en is bovendien veel sneller omdat er geen files meer ontstaan. Ik heb in Bangkok wel eens vier uur in een taxi gezeten die me van het zuidelijk busstation naar het centrum van de stad moest brengen. Met de huidige metroverbinding kost dat hooguit twintig minuten. Tussen de verschillende steden rijdt een flitstrein met gemak met een snelheid van driehonderd kilometer per uur, terwijl een personenauto gemiddeld nog niet de helft haalt. De trein is bovendien veiliger en comfortabeler. De voordelen van het samen delen en collectieve voorzieningen zijn eindeloos. En dan hebben we het nog niet eens over de ellende die het persoonlijk wapenbezit met zich meebrengt.

7. Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft.

Wat heeft deze serie overdenkingen ons geleerd? Ten eerste leven we in een tijd van nood, maar dit is geen nood door gebrek. Het is integendeel een nood door teveel. De maatschappij doet er alles aan ons deze nood te verbergen, maar ons lichaam laat zich niet voor de gek houden. Het is daarom belangrijk om naar het lichaam te luisteren en je niets te laten aanpraten, ook niet door deze tekst. Een terugkeer tot jezelf is mogelijk door alles wat is aan gepraat los te laten. Het is ook een berusting in het feit dat je eigenlijk niets weet, zoals Socrates al zei in zijn Verdedigingsrede van 399 voor het begin van onze jaartelling. Zodra je begrijpt dat je niets weet, begrijp je dat alles je wordt aangepraat en dat geeft ruimte.

Een gever heeft een ontvanger nodig en omgekeerd. Juist deze wederzijdse afhankelijkheid is wat we missen. Wederzijdse afhankelijkheid is altijd ritmisch beide partijen wisselen elkaar af in actief en passief. Als de ontvanger niet kan teruggeven ontstaat er een probleem. Dit ritme is nu verstoord. We lijden aan levensritmestoornis. De filosoof en psycholoog Henri Maldiney zag in een evenwichtig ritme de belangrijkste basis voor een gezonde geest. Ons levensritme wordt aan alle kanten verstoord. De reclames nemen onze aandacht in beslag, maar geven er onzin voor terug. Ze bieden ons allerhande geschenken, zoals voordeeltjes en kortingen, waar we niets voor hoeven te doen. Al zouden we het willen, het is onmogelijk en het wordt ook niet van ons verwacht. Het enige dat van ons wordt verwacht is dat we profiteren, iets nemen zonder er iets voor terug te geven. We worden gemanipuleerd. Het medium is de boodschap (the medium is the message), schreef Marshall Mc Luhan in 1964 in zijn Boek “Understanding Media”. Dit wil zeggen dat het voortdurend bestookt worden met reclameboodschappen een veel grotere invloed op ons heeft dan de inhoud ervan. Het geeft een gevoel van tekort en van machteloosheid. De message is in feite een massage, een bewerking van ons zenuwstelsel dat bedoeld is om een voortdurende staat van opwinding teweeg te brengen. Na een tijd waarin de arbeider werd uitgebuit is er nu een tijd waarin de klant wordt uitgebuit. De producten worden trouwens verkregen door uitbuiting van de natuur en medemens, maar daar merken we niet veel van, want het gebeurt ergens ver weg. De fabriekseigenaar kan nu dankzij het goedkope containervervoer produceren waar hij wil en wat hij wil, zijn probleem is alleen om de producten af te zetten. Het effect van het steeds maar opwekken van begeerte en nieuwsgierigheid door alle vooraankondigingen en de talloze bevelen in alle reclames en vooraankondigingen maakt ons rusteloos. Onze aandacht wordt voortdurend versnipperd, opgedeeld en afgeleid. Er worden steeds verwachtingen gewekt die ook steeds weer worden teleurgesteld.

Wie geeft wat hij heeft is waard dat hij leeft - Aquarel Greg Suffanti

“’Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft’ is simply a playful look at Alkmaar (top) with Haarlem (left) and Amsterdam (right) and lots of Euro symbols floating around….. A humourous look at the fact that, as the author asserts, it’s more expensive to travel to Amsterdam from Alkmaar than to Haarlem, for the simple reason that more people want to go to Amsterdam. And if there’s a story here about capitalism, I just want to add that Europe in general, and Holland specifically, are way less commercial and purely capitalistic than America. Having just returned from a visit, the social systems here offer broad support to their citizens, who consistently score among the happiest in the world! There are reasons for this!”

Dus wat kunnen we doen om ons levensritme weer op de rails te krijgen? Het zittend vergeten is een eerste stap. We kunnen misschien het beste vertrouwen op onze eigen menselijke natuur, datgene wat ons ook steeds waarschuwt. Het is mis gegaan doordat economen de mens over het hoofd zagen en alleen keken naar de cijfers. Bovendien zijn de economen altijd erg naïef geweest. Ze dachten de wereld te vangen in algemene wetten, maar hun wetten komen nooit uit. Er zijn altijd uitzonderingen en afwijkingen. De ideologie van de vrije marktwerking werkt niet, net zo min als het beginsel van het collectieve bezit van de productiemiddelen. Natuurlijk is er vraag en aanbod en kun je ze tot een evenwicht laten komen, maar er is geen enkele reden om niet in te grijpen als het uit de hand loopt.

Natuurlijk moet de overheid zorgen voor bepaalde diensten en zelf de prijs bepalen. We willen niet dat met de trein van Alkmaar naar Amsterdam reizen het vijf keer zo duur is als van Alkmaar naar Haarlem, alleen maar omdat er meer mensen naar Amsterdam willen. Het is ook onrechtvaardig dat internationale trein- en vliegreizen een week van tevoren vijf keer duurder zijn dan een half jaar van tevoren. Het is gewoon een gevolg van onderlinge prijsafspraken en in sommige gevallen is er zelfs sprake van monopolie. Sommige dingen kunnen misschien beter door regeringen worden geregeld en andere aan marktwerking worden overgelaten. Wat niet te rechtvaardigen is, is dat iemand die door toeval veel geld verdient politieke macht krijgt. Hoe je zoiets regelt moet echter niet door een ideologie, links of rechts, worden bepaald, maar door de praktijk. Het moet beantwoorden aan onze menselijke natuur. Elke ideologie is een verzinsel, het mag geen religie worden. Een van de grootste problemen van de mensheid is dat sommigen een boek schrijven over de werkelijkheid en dat vervolgens iedereen denkt dat de werkelijkheid zich daar iets van aantrekt. Wat wel helpt, is bewustwording. Daardoor krijgen de mensen een betere kijk op de problemen en kunnen oplossingen in het zicht komen die anders verborgen waren gebleven.

De hierboven gesuggereerde idealen zijn ook niet meer dan verzinsels en het is niet waarschijnlijk dat ze ooit werkelijkheid zullen worden. Een ideale voorstelling van de maatschappij, een utopie, is echter geen voorspelling, maar een voorstelling die als middel kan dienen voor hervormingen. Zoals Max Horkheimer en Theodoor Adorno al betoogden zijn utopieën een middel om de problemen bewust te maken. Ze doen dienst als een soort stipje op de horizon, waar een gummetje bij hoort om het te verplaatsen als dit zo uitkomt. We leven in een onvolmaakte wereld en dat kan het beste door te vergeven en te vergeten, maar ook door te geven en te ontvangen. Wat we vergeten zijn, is de vreugde van het verlies en van het geven. Indianenstammen kenden de potlatch. Als de rijkdom van iemand boven een bepaalde grens was gekomen, hield deze een groot feest, gaf daaraan al zijn geld uit en vernielde zijn bezittingen. Hij begon de volgende dag zonder bezit, maar met frisse moed en een hoog aanzien. Dit is een cultuur van de rijkdom, van het uitgeven die als alternatief kan dienen voor onze cultuur van de armoede, van het vergaren.

Bronnen

Jean Baudrillard, (1990). Le crime parfait. Paris: Galilée.

Jean Baudrillard, (1991). La Guerre du Golf ná paseu lieu. Paris: Galilée.

Georges Bataille, (1967). La Part Maudite. Paris: Les Éd. Minuit.

Marshall Mc Luhan, (2002). Media begrijpen: De extensies van de mens. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds [Oorspronkelijke titel: Understanding Media: The Extensions of Man, 1964].

Henri Maldiney, (2007). Penser l’homme et la folie. Grenoble: Millon.

Erik Hoogcarspel

drs. Erik Hoogcarspel (1946) studeerde hedendaagse continentale filosofie in Groningen, richtte een boeddhistisch meditatiecentrum op en studeerde Aziatische filosofieën en religies. Hij doceerde hindoeïsme aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Tijdens zijn werk als docent en leraar schreef hij studieboeken voor zijn studenten en columns.

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Gerelateerde artikelen