Auteur: Harm Jaap Hartmans – September 2025
“When in Rome, do as the Romans do” is een bekende Engelstalige aansporing om je aan te passen aan de gewoonten van het land dat je bezoekt. Wat mij betreft zou het een vanzelfsprekende lijfspreuk van iedere kosmopoliet moeten zijn.
Reizen als een kosmopoliet
De uitspraak is zo bekend dat alleen “When in Rome…” meestal al genoeg is om de betekenis over te brengen. Die betekenis is echter niet alleen dat je in Rome zoveel mogelijk spaghetti alla carbonara moet eten en wijn uit de Castelli Romani moet drinken. Integendeel zelfs.
De uitspraak gaat vermoedelijk terug op een advies van de bisschop van Milaan, Ambrosius (ca. 339–397), aan de door hem gedoopte Augustinus (354–430). Deze beroemde kerkvader, bekend van zijn Confessiones (Bekentenissen) en De Civitate Dei (De Stad van God), vroeg zich af op welke manier hij in Rome op de correcte wijze moest vasten. Ambrosius gaf hem het advies zich aan te passen aan de Romeinse gewoonten en daar op zaterdagen te vasten, zoals hij zelf in Rome ook altijd deed. Ambrosius schreef: “Si fueris Romae, Romano vivito more; si fueris alibi, vivito sicut ibi” (Als je in Rome bent, leef op de Romeinse manier; als je ergens anders bent, leef dan zoals ze daar leven).
Toerist in de digitale bubbel

foto: archief QfWf
In onze tijd van massatoerisme is het gemakkelijk om deze simpele leefregel uit het oog te verliezen. Waar we tegenwoordig ook naartoe reizen, we kunnen onze digitale leefstijl probleemloos voortzetten. Binnen Europa hoef je dankzij roaming-afspraken niets meer te regelen en buiten Europa hoef je alleen maar het voordeligste e-sim pakket te kiezen. Vervolgens vertelt Google Maps je ook daar hoe je het beste van A naar B kunt reizen. Online influencers leggen je stap voor stap uit wat je moet zien, waar je moet eten en hoe alles werkt. Het enige nadeel is dat je waarschijnlijk in een lange rij belandt, omdat iedereen over dezelfde stroopwafels, maritozzi en takoyaki heeft gelezen. Sinds kort kan ook AI voor ons zelfs een volledig op maat gemaakte reis of dagtocht samenstellen.
Taal als sleutel tot cultuur
In het afgelopen voorjaar ben ik naar Japan geweest en ik geef toe dat ik zelf al deze middelen heb gebruikt om mijn verblijf te vergemakkelijken. Ook al ben ik al ruim tien jaar bezig met het leren van Japans en was ik in Kyoto voor een talencursus, ik heb handig gebruik gemaakt van een vertaal-app die met één foto een complete menukaart vertaalt. Het zal waarschijnlijk niet lang meer duren voordat het leren van andere vreemde talen dan het Engels praktisch gezien overbodig wordt.
Het leren van vreemde talen is voor mij altijd dé manier geweest om mij in te stellen op een andere cultuur. Het begon ooit met talencursussen in Rome. Italiaans leren was niet alleen handig om soepel door de stad te bewegen, het heeft mij letterlijk tot een ander mens gemaakt – een meer kosmopolitisch mens. Japans is de moeilijkste taal waar ik ooit aan begonnen ben. Er is nog steeds een lange weg te gaan en daarom ben ik blij dat ik in bepaalde gevallen kan terugvallen op hedendaagse technologie. Toch kleven er duidelijke nadelen aan de digitale bubbel die tegenwoordig constant met ons meereist.

Foto Harm Jaap Hartmans
Een spiegel bij het stoplicht
Dat realiseerde ik me weer eens toen ik samen met andere Japanners stond te wachten voor het zoveelste, in mijn ogen overbodige, rode voetgangersstoplicht. Aan de overkant van het steegje kwam een westerse millennial aangelopen, een grote koptelefoon op zijn hoofd, volledig geabsorbeerd in zijn eigen wereld. Hij ontweek alles en iedereen en deed iets wat ik in Nederland waarschijnlijk ook zou hebben gedaan: gewoon oversteken alsof er geen rood licht was.
Misschien was het een heel aardige jongeman. Ik heb hem niet op zijn gedrag aangesproken. Toch was ik die keer echt getroffen door de arrogantie die zijn houding uitstraalde. Tegelijkertijd hield hij me een spiegel voor. Ook ik heb vaak de neiging om in Japan een in mijn ogen nutteloos rood licht te negeren. Ongetwijfeld heb ik dat zelfs weleens gedaan, bijvoorbeeld als ik dreigde te laat te komen voor mijn les (te laat komen is een nog grotere zonde in Japan). Maar in die gevallen stonden er niet al zoveel Japanners keurig te wachten, en maakte ik geen duidelijk statement met een grote koptelefoon op mijn hoofd – hooguit had ik mijn kleine EarPods in, waarop ik al wandelend naar school nog even mijn Japanse woordjes probeerde in te studeren.
Massatoerisme in Kyoto
De irritatie die ik op dat moment voelde, is in Japan inmiddels uitgegroeid tot een bredere maatschappelijke ergernis over massatoerisme. Voor Japan is dit een vrij recent fenomeen. Iedereen die Kyoto vóór COVID bezocht, zal merken dat het straatbeeld in enkele jaren drastisch is veranderd. Overal in de stad wemelt het nu van de buitenlandse toeristen. De Japanners waren er niet goed op voorbereid.
Het moderne massatoerisme roept ook in veel Europese steden wrevel op, maar in een land als Japan, met zoveel ongeschreven gedragsregels die zijn gericht op respect en het vermijden van overlast, leidt de kuddementaliteit van de moderne massatoerist tot nog grotere verontwaardiging.
In Kyoto zijn daarom op veel plekken speciale posters en borden geplaatst die toeristen wijzen op de lokale regels. Bij het betreden van heilige plaatsen krijgen bezoekers tegenwoordig vooraf een duidelijke lijst gedragsregels te zien. Personeel en vrijwilligers zien er vervolgens op toe dat die ook worden nageleefd.
In het Gion-district, waar nog steeds veel geisha’s actief zijn, zijn zelfs speciale verbodsborden ingevoerd die duidelijk maken dat het aanraken van geisha’s en het maken van foto’s in bepaalde straten verboden is. Geisha’s werden de afgelopen jaren steeds vaker hinderlijk gevolgd door toeristen die selfies of foto’s wilden maken. En ja hoor, toen ik er zelf in 2015 een op mij af zag komen, heb ik ook afgedrukt.

Foto Harm Jaap Hartmans
Een aantal toeristische trekpleisters in Kyoto is inmiddels min of meer opgegeven door de gewone Japanner – ofwel vanwege de veranderde sfeer, ofwel door de hoge prijzen die het massatoerisme met zich meebrengt.
Gastvrij en respectvol reizen
De Japanners zelf zullen vermoedelijk ook wat concessies moeten doen, bijvoorbeeld door op de drukste toeristische plekken meer publieke prullenbakken te plaatsen. Japanners houden hun afval namelijk gewoonlijk bij zich of gooien het pas weg in de containers van gemakswinkels. Veel toeristen zijn echter verbaasd of zelfs verontwaardigd over het gebrek aan afvalbakken en voelen zich daardoor nog meer gerechtigd hun afval dan maar op straat achter te laten.

Foto Harm Jaap Hartmans
Ambrosius adviseerde Augustinus om in Rome op zaterdagen te vasten. In Japan zou hij adviseren om niet op straat te eten, tenzij op een markt met kraampjes. Ik moet bekennen dat ik deze gedragscode zelf dit jaar het meest heb overtreden, door soms in een stil hoekje schuldbewust snel een onigiri weg te werken. Zelfs een kosmopoliet-in-spe gaat weleens de fout in. Met alle ongeschreven regels en de kans dat je zelfs na jaren studie “lost in translation” kunt geraken, is dat bijna onvermijdelijk. Voor dit soort gevallen is het goed om vooraf te weten hoe je je in Japan kunt verontschuldigen: Sumimasen! (met of zonder buiging).
“When in Rome..” verwijst niet naar wetten die we strikt moeten naleven. Het verwijst zowel naar de leuke dingen waar we van mogen genieten op reis als naar het besef dat we te gast zijn en ons dus zoveel mogelijk als een goede gast moeten gedragen. In een tijd van massatoerisme is dat meer dan ooit van belang.
Voor wie nog meer over Kyoto en massatoerisme wil weten, is hier een link
naar een interessante video:
https://youtu.be/jCkuiDmQOqo